Cassettebandjes en spelers/recorders

Het trouwe cassettebandje, met zijn beruchte kwaliteit maar degelijke bouw.

De cassette bestaat ondertussen al meer dan een halve eeuw, en begint inmiddels in populariteit weer te stijgen, heel sterk zelfs!

Hieronder informatie over het bandje zelf, hoe spelers en recorders werken, een stukje over geluidskwaliteit, het maken van opnames en uiteraard hoe je de apparatuur in optimale staat houd.


Onderwerpen:

  1. Hoe werkt het bandje?
  2. Soorten bandjes en kwaliteit
  3. Cassette-spelers/recorder.
  4. Zelf opnames maken
  5. Onderhoud en fijne afstelling
  6. Walkmans
  7. Nieuwe Cassettebandjes kopen
  8. Zelf insteekkaarten maken

De pagina is in twee delen opgesplitst om het snel laden van de pagina te bevorderen.
Klik hier voor deel 2 met hoofdstukken 4 tot en met 8.


1. Hoe werkt het bandje?

Een bandje werkt uiteraard met tape, maar hoe krijg je muziek uit die tape?

Tape zelf bestaat uit een kunststof lint met hierop een coating van oxide. De oxide-laag heeft de mogelijkheid om gemagnetiseerd te worden. Door magnetisme kun je de polariteit van de deeltjes indelen in een patroon die uitgelezen kan worden, zo kun je er informatie in opslaan zoals muziek. Bandjes zijn op deze manier ook een korte tijd gebruikt als opslagmedium voor computers maar werden al snel verstoten door de Floppy-diskette, welke overigens zelf ook bestaat uit een plastic schijf met oxide coating...

Bovenop zitten gaatjes met een plastic plaatje erover, dit is je over-schrijfbescherming. De machine kan deze gaatjes detecteren en bepalen of dat jij hierop mag opnemen of niet. Je kunt na je opname de plaatjes eruit breken om het bandje te beveiligen tegen heropname. Wil je toch iets opnieuw opnemen, plak je er even iets overheen.

Bovenop het bandje zitten ook vaak andere al open gaten. Deze geven aan wat voor type cassette het is. Je hebt namelijk maar liefst 4 verschillende kwaliteiten (of formulaties genoemd). (een goede foto hiervan volgt nog)

2. Soorten tape en kwaliteit

Cassettebandjes komen in allerlei kwaliteiten, lengtes, kleuren en geuren.

De volgende types zijn bekend:

  • Type I = Ferro of IJzeroxide (In feite de 'standaard')
  • Type II = Cr02 of Chroom (verbeterde versie met betere geluidskwaliteit)
  • Type III = FeCr of Ferro-Chroom (dit type is geflopt en zijn moeilijk te krijgen)
  • Type IV = Metal (prijzige bandjes met een superieur geluidskwaliteit)

Deze komen dan weer in verschillende lengtes:

  • C46 (23 minuten per zijde)
  • C60 (30 minuten per zijde)
  • C75 (37,5 minuten per zijde)
  • C90 (45 minuten per zijde)
  • C100 (50 minuten per zijde)
  • C120 (60 minuten per zijde)
  • C150 (75 minuten per zijde)
  • C180 (90 minuten per zijde)

Hoewel er veel genoemd worden, zijn de C60 & C90 het meest populair geweest. Je kunt soms een C100 of C120 tegenkomen maar de tape hierop is dunner dan gebruikelijk, hoewel 100 minuten tegen de grens aan zit moet je met bandjes van 120 minuten of meer voorzichtiger omgaan, ook kunnen niet alle apparaten deze bandjes goed afspelen, de kans dat de tape verward raakt of breekt is dus groot.

In enkele andere gevallen kom je bandjes tegen met slechts enkele minuten speeltijd, ik heb bijvoorbeeld een C15 liggen met maar 7:30 minuten speeltijd per zijde, deze werden dan ook vaak gemaakt voor meer specifieke doeleinden.

Bandjes die vooraf zijn opgenomen (voorbespeelde cassettes) met studioalbums, werden meestal op lengte van het album gemaakt. Er zouden zelfs automaten zijn geweest waarop je zelf je persoonlijke mixtapes zou kunnen samenstellen om het bandje daarna te kopen. Van het laatste kan ik helaas de bron niet meer terug vinden dus moet het tevens in twijfel trekken.

Voorbespeelde bandjes van vroege jaren ("60, "70 en begin "80) zijn vaak matig of gewoonweg slecht van kwaliteit. Een ferro coating en goedkope behuizingen. Betere bandjes kwamen op den duur wel voor handen, maar bedrijven die muziek produceerden op tape ging bijna altijd voor goedkoop.

Pas toen andere media in opmars kwamen, probeerde producenten nog het beste uit het bandje te halen, maar tegen die tijd was de interesse naar het bandje al ver verdwenen...

Zelf heb ik ook een aantal albums in huis liggen, we kijken hier een aantal van dichtbij.

We nemen het bandje van Paul Simon nog even onder de loep. Het is namelijk een exemplaar uit de latere jaren.

Als ik dit bandje vergelijk met de andere uit de collectie, valt het me op hoe veel beter niet alleen de geluidskwaliteit is, maar ook hoeveel extra moeite er in de afwerking gestopt is!

Het boekje bevat alle songteksten van het album, de kwaliteit van het papier is ook beter (geplastificeerd) en de printkwaliteit is hoger.

Het bandje zelf is ook optisch verbeterd, de tekst is op de cassette geprint, geen papieren stickers dus.

De opname is gemaakt op hoge kwaliteit chroomtape met Dolby HX Pro ruisonderdrukking.
Net een beetje anders dan de bandjes die je eerder voorbij zag komen.

Hij klinkt overigens heel zuiver, de kwaliteit vergelijk ik met mijn eigen opnamen (welke ik persoonlijk niet slecht vind).

Maar nu komt de andere kant van het verhaal, de meeste voorbespeelde bandjes (welke vaak veel ouder zijn). Kan ik op zijn best 'aanvaardbaar' noemen, een ander zou het waarschijnlijk afschuwelijk vinden want mijn drempel ligt vrij laag ;)

Als ik de kwaliteit vergelijk is duidelijk te horen dat de muziek die ik zelf heb opgenomen beter klinkt.

De muziek op deze bandjes klinkt vaak dof, er is ook veel ruis aanwezig, zelfs als een bandje in chroom is opgenomen met dolby ruisonderdrukking, klinken ze meestal niet meer als vanouds. Om het dan nog maar niet te hebben over drop-outs!

De matige geluidskwaliteit is te verklaren door meerdere factoren:

  • De opname was vroeger vaak al een kopie van een kopie van een kopie van het origineel, soms nog erger.
  • De opnames zijn gemaakt op goedkope ferro tape, of chroomtape uit de beginjaren.
  • De kwaliteit van de behuizing speelt ook een rol bij het stabiel houden van de tape bij afspelen.
  • Hoewel niet de schuld van het bandje speelt ook de apparatuur een rol, een slecht of goedkoop deck zal de kwaliteit zeker niet goed doen.
  • Tot slot speelt tijd ook een grote rol.

De tape op de bandjes is er na 30+ jaar niet altijd even goed aan toe, ze laten soms ook veel van hun oxidelaag los bij gebruik, wat de kwaliteit nog slechter maakt, je koppen worden er ook heel snel vies van...

Om de commerciële bandjes dan toch een hart onder de riem te steken.
Als je, je vaste apparatuur een beetje goed afstelt kan de kwaliteit nog best goed te doen zijn. Luisteren met de koptelefoon is persoonlijk af te raden. Ze hebben anders nog wel een bepaalde verzamelwaarde, liefhebbers hebben soms veel over voor specifieke albums ook als de staat soms wat slechter is.

Voorheen vermeed ik de voorbespeelde bandjes, tegenwoordig durf ik het wel aan. De kunst is om de juiste bandjes te vinden waarop de kwaliteit nog waardig is. Hier kom je eigenlijk alleen achter door ze voor aanschaf even te testen. Als ik dus op bandjesjacht ga neem ik de beste Walkman van huis mee om ze daarin even te testen, uiteraard vraag ik eerst toestemming aan de verkoper. Tot slot kijk ik altijd goed naar de prijs, ik ga niet hoger dan enkele euro's tenzij het een specifiek exemplaar betreft, ook dan ligt mijn drempel op maximaal €10.

Vergeet natuurlijk niet de prijskaartjes eraf te halen, dat staat wel zo fraai...


We laten de voorbespeelde bandjes voor wat het is en gaan eens kijken naar ongebruikte bandjes.

Ik heb zelf een voorkeur naar bandjes van midden jaren 80 of nieuwer, zowel Chroom (Type II) als Ferro (Type I)

Ik heb verder een enkel bandje van Type III (Ferro-Chroom) en Type IV (Metal) deze zijn ook zwart van kleur.

Hoewel chroom beter zou zijn dan ferro, en metal weer beter dan chroom, heeft elk type tape voordelen die een ander niet heeft.

Van ferro tape wordt vaak beweerd dat deze een beter bass-bereik heeft. Beter dan chroom of metal! Mits het een bandje is van goede kwaliteit. Goede ferro bandjes kunnen met de juiste muziek dus beter klinken dan op chroom. Klassiek of gewoonweg Pop muziek zouden het hierop goed doen. Zolang je nummers met vele hoge tonen vermijd.

Het nadeel is dat ferro door zijn eigenschappen veel ruis bevat. Tevens is het dynamisch bereik minder dan bij andere types.

Chroom kan niet op tegen Ferro qua Bass maar is op zijn beurt weer beter met lage tonen (treble) ook is het algemeen beter bereik groter. Chroom heeft ook minder last van ruis, de drempel waarin je ruis hoort ligt lager dan bij ferro.
Interessant bij de zogenaamde Chroom 'Type II' tapes, is dat er 2 sub-varianten van bestaan...

Je hebt de pure chroom bandjes, gebruikelijk in de jaren '80 en de latere varianten met Cobalt als coating. Hoewel de eigenschappen van chroom en cobalt haast hetzelfde zijn, is cobalt net wat beter in het dynamisch bereik.

Muziek met hoge tonen als Elektro, Rock, Jazz en Zang zouden het hier goed op moeten doen.

Zover mij bekend heeft chroom/cobalt geen echte nadelen, buiten dat muziek met zware bass wellicht juist beter kunnen klinken op een ferro bandje. Dit verklaart ook de reden waarom er een poging is gedaan ferro en chroom te combineren.

Ferro-chroom is dus ooit op de markt gebracht als combinatie van de twee eerder genoemde, het zou dus in theorie, het beste van beide moeten hebben (bass en treble). In de praktijk liep dit net anders, het duurde even voordat decks op de markt kwamen die dit type konden afspelen. Bovendien zijn ze nooit in grote aantallen geproduceerd, wellicht doordat er klachten zouden zijn dat de chroomlaag niet goed zou blijven zitten op de tape, met alle gevolgen van dien.

Dan is er nog Metal, deze heeft wederom het beste van beide eerste type tapes. Een goede bass en een stevige treble. Ook het dynamisch bereik is minstens groter dan dat van ferro. Bovendien is dit type gemaakt om lang mee te gaan, ze zijn immers erg slijtvast. Uiteraard is ruis iets dat hier haast niet bestaat, de drempel ligt minstens rond dat van chroom of lager.

Het nadeel van metal tapes is dat lang niet alle apparaten ze af kunnen spelen, zo wel is het nog steeds niet altijd mogelijk er het maximale uit te halen.
Om over opnemen nog maar niet te beginnen...

Je hebt een sterk signaal nodig om iets op de tape vast te kunnen leggen, niet alle decks kunnen dit leveren, tevens worden er vaak vragen gesteld bij het wissen van deze bandjes. Tot slot is het bekendste nadeel de prijs, de bandjes zijn maar in kleine aantallen gemaakt en zijn in de wereld van analoog geluid nog steeds erg duur. Prijzen vanaf €50 zijn niet meer dan normaal.


Verder zie je op cassettes vaak teksten staan als 'normal' of 'high' position, 'standard quality' of 'Low noise High output'.

High position of High output heeft betrekking op het dynamisch bereik van het bandje. Een chroombandje met een high position zou in theorie even goed klinken als een ferro band, maar dan met de geluidskwaliteit van chroom.

Low noise betekent dat er minder ruis aanwezig zou zijn dan bij een standaard kwaliteit bandje. Iets wat je anders nog met ruisonderdrukking tegen gaat.

Uiteindelijk is geen één type band perfect. De ene heeft kenmerken die de ander weer niet heeft, ook is de kwaliteit van je deck heel belangrijk. Heeft hij de juiste opties, is hij goed afgesteld. Allemaal voorwaarden die de kwaliteit bepalen.

En dan is er nog zoiets als leeftijd...

Neem bijvoorbeeld deze twee cassette's van vrij goede kwaliteit, waarschijnlijk ergens in de jaren '90 geproduceerd. Ze zijn beiden precies hetzelfde. Toch is één van de twee onbruikbaar.

Het rechter bandje heeft namelijk kuren. Dit zie je niet maar hoor je wel. Het geluid valt met een vast ritme weg (drop-outs) en even hoor je de B-zijde overlappen. Omdat ik het alleen hoor bij het begin van de A-zijde en niet op de B-zijde doet het me vermoeden dat er iets mis is met de linker spoel, omdat dit een cassette is zonder schroeven kan ik hem alleen open maken door hem te slopen.

Kortom, je kunt de beste cassette's en spelers gebruiken, de perfecte instellingen hebben en de beste geluidsbronnen gebruiken, is er nog de kans dat je bandje simpelweg onbruikbaar is geworden. In dit geval is leeftijd/slechte behandeling meestal de boosdoener.

Er valt nog veel meer te vertellen over de verschillende type tapes en hun voor en nadelen. Genoeg om hier nog eens een blog over te schrijven. Voor nu verwijs ik je door naar de volgende bronnen, hier wordt veel dieper ingegaan op de stof. Voor een eventuele blog zal ik deze bronnen nogmaals raadplegen om meer details te geven over de verschillen.

3. Cassette-spelers/recorders

Nu we de (basis)informatie van het bandje gehad hebben kunnen we beginnen aan de apparaten die het afspelen en opnemen ervan mogelijk maken.

Ze komen in alle vormen en maten, met een zeer breed scala aan opties.
Laten we eens kijken naar de functies die een cassettedeck rijk is.

Hier het bedienpaneel van het transport, voor degene die er niet bekend mee zijn van links naar rechts het volgende:

Stop - Eject, spreekt voor zich, druk één keer om te stoppen met afspelen, druk twee keer om het deurtje te openen, deze gecombineerde functie is haast bij alle decks toegepast.

Rec of 'Record' gebruik je voor het opnemen van audio, in de meeste gevallen kun je deze knop pas indrukken als je dit tegelijk doet met de Play knop. Dit laatstgenoemde is om te voorkomen dat je de recordknop per ongeluk indrukt.

Rew 'Rewind' Terugspoelen van het bandje.

Play, afspelen...

FF 'Fast Forward' Vooruit spoelen van het bandje

Pause, pauzeert het transport tijdens afspelen, de motoren in het deck blijven meestal draaien maar de overbrenging wordt ontkoppeld van het bandje, druk deze knop nogmaals in om het afspelen te hervatten.

Vervolgens nemen we even een kijkje naar de koppen in verschillende decks, er is namelijk een groot verschil in plaatsing van, en het aantal koppen dat je in een deck terugvindt.

Er zijn drie verschillende koppen:
De Wiskop (herkenbaar aan zijn zwarte oppervlak)

De Schrijf (en vaak ook lees combinatie)
De losse Leeskop (als deze niet met de schrijfkop gecombineerd is)

De wis en schrijfkop zie je alleen terug als het apparaat opnamefuncties heeft, anders heb je deze namelijk niet nodig.
De schrijf en leeskop worden vaak gecombineerd, hoewel dit voor het afspelen geen verschil geeft, heb je ze bij het opnemen liever gescheiden van elkaar.

Het verschil tussen een gescheiden of gecombineerde schrijf-leeskop wordt dus pas van belang als je gaat opnemen. Bij een gescheiden opstelling kun je namelijk tijdens het opnemen direct naar het bandje luisteren en controleren of de zojuist opgenomen audio ook goed is overgekomen op de tape. Bij een gecombineerde opstelling kan dit niet, je kunt dan tijdens het opnemen alleen luisteren naar de bron en niet naar de tape. Dit kan pas als je het opnemen hebt gestopt, het bandje hebt teruggespoeld en deze gaat afspelen.

Verder heb je twee verschillende soorten wiskoppen, de zogenaamde 'permanent magnet' en de elektrisch bediende wiskop. Het verschil in deze twee koppen is dat de eerste variant niets meer is dan een klein magneetje die een opname magnetisch overhoop gooit. De elektrisch bediende variant werkt met een hoog frequent geluid dat wij niet kunnen waarnemen. De laatste kun je feitelijk beschouwen als een voor-opnamekop die je oude opname maskeert met een onhoorbaar geluid.

Zowel de gescheiden schrijf-leeskoppen als de elektrische wiskop vind je vrijwel alleen terug op betere decks.

Tevens is het nog interessant te benoemen dat de meeste draagbare recorders vaak zijn uitgevoerd met de gecombineerde koppen als permanente magneten, dit is niet om de kwaliteit te doen maar heeft te maken met het compact houden van een recorder. 

Zoals eerder uitgelegd heb je verschillende type bandjes. Een beetje degelijk cassettedeck heeft de mogelijkheid om te schakelen naar het type bandje dat je afspelen gaat.

Opvallend wellicht is dat dit deck geen optie heeft voor Type IV 'metal' bandjes, daarentegen heeft het wel de optie voor het minder succesvolle Type III 'FeCr' bandjes. Dit is puur door de leeftijd van het apparaat, 'metal' bestond toen simpelweg nog niet.

FeCr bandjes waren zoals genoemd geen groot succes, daarom vind je deze optie niet meer terug op decks die later geproduceerd zijn. 

Des te ouder (en/of goedkoper) je cassettedeck des te minder opties je hebt voor het kiezen van het Type bandje.

Sommige betere decks hebben zelfs een ingebouwde functie voor het detecteren van het type bandje, hierdoor is het handmatig kiezen niet meer nodig maar wordt deze optie vaak nog wel inbegrepen.

Verder zie je dat dit deck twee aparte schakelaars heeft, Bias en EQ (Equalizer).
Goedkopere decks hebben deze schakelaars vaak gecombineerd, het komt dan ook niet vaak voor dat je deze beide in een andere stand zou moeten zetten.

Helemaal rechts zit de schakelaar voor het inschakelen van ruisonderdrukking.
Dolby had vrijwel een monopoly op het gebied van ruisonderdrukking, daarom zie je deze vrijwel terug op elk cassettedeck. Je filtert hiermee ruis die anders door je muziek te horen is, Dolby ruisonderdrukking is er in veel verschillende varianten, des te nieuwer je deck des te 'beter' de Dolby ruisonderdrukking meestal is (uitgedrukt in letters A, B, C, SR, S en HX/HX-Pro). De meest gangbare is Dolby B, en wordt dan ook vaak standaard uitgedrukt als Dolby N.R. De letters N.R. staan dan ook voor Noise Reduction.

Ik ga niet dieper in op Dolby, laten we het erbij houden dat deze functie je geluid manipuleert waardoor je minder last hebt van ruis dat standaard op je bandjes te horen is.
(klik hier voor de blog over ruisonderdrukking).

De MPX filter is weer iets anders, deze functie gebruik je eigenlijk alleen als je op gaat nemen vanaf de radio. Hiermee filter je specifieke frequenties die met radio-uitzendingen worden meegestuurd. Dit weg te filteren signaal wordt gebruikt voor de sturing van het radiosignaal iets wat je niet nodig hebt bij je opname.

Deze functie gebruik je dus alleen bij het opnemen vanaf de radio en niet bij het afspelen van opgenomen radio-uitzendingen. Ook wordt het afgeraden deze functie te gebruiken bij het opnemen vanaf andere bronnen. Ikzelf maak geen opnames vanaf de radio dus gebruik deze functie ook nooit.

De MPX-filter is tot slot in moderne modellen een automatisch systeem de handmatige functie wordt dan vaak weggelaten.

Als je deck een beetje degelijk is gebouwd zit er een aflees paneel ingebouwd, dit kunnen analoge VU-meters zijn maar ook digitale LCD panelen, er zijn meer mogelijkheden maar deze zijn het meest voorkomend.

Dit paneel is voor het aflezen van het volume in decibel, en percentage aan ruisonderdrukking. Deze functie is het belangrijkst als je opnemen gaat, waarbij je controleert of je volume niet te zacht of te hard staat.

Is het geluid te hard opgenomen (of te zacht) heb je grote kans op ruis of verstoring tijdens het afspelen, iets wat je uiteraard wilt voorkomen...

Tot slot gebruik je deze functie voor het bepalen van het stereogeluid, daarom zijn haast alle meters in tweevoud uitgevoerd. Het ideale is als de meters vrijwel gelijk aan elkaar bewegen, tenzij bijvoorbeeld een nummer opzettelijk geluid via één kanaal stuurt (zoals je terugziet op de foto).

VU-meters hebben een groot nadeel tegenover hun digitale tegenhanger, ze zijn vaak trager met reageren, hierdoor kan het zijn dat ze iets achterlopen op het geluid dat je hoort, in enkele gevallen kan het zelfs zijn dat één meter wel op tijd reageert maar de andere te laat! Bij het laatste geval moeten je meters geijkt (opnieuw afgesteld) worden of is er binnenin iets wat niet lekker meer werkt...

Bij luxe modellen heb je soms de optie je meters van buitenaf af in te stellen, maar in de meeste gevallen moet je hiervoor binnenin het apparaat zijn.

De eerder genoemde meters gebruik je samen met de hierboven getoonde grote draaiknop, deze knop is verantwoordelijk voor het inkomende geluid dat je opnemen gaat.

Wat je niet ziet is dat dit een tweedelige knop is, hiermee kun je zowel je linker als rechter kanaal afstellen. Ik kom in het volgende hoofdstuk terug op deze knop.

Links zit een draaiknop die je niet vaak terugziet op cassettedecks, eigenlijk kun je deze knop zien als je volumeknop, hiermee kun je het uitgaande geluid regelen voor dat deze naar je versterker/speakers gestuurd wordt. Handig juist voor als je deck direct op je luidsprekers is aangesloten of wanneer je gebruik maakt van een koptelefoon.

Rechts zit een tuimelschakelaar voor het bepalen vanuit welke aansluiting je geluid binnen komt. op dit model heb ik drie mogelijkheden voor inkomend geluid. De microfoon, een DIN aansluiting of de ouderwetse RCA (tulp) stekkers (welke Line wordt genoemd).

Verder kan ik het geluid blokkeren door de schakelaar naar beneden ingedrukt te houden (deze springt terug als je hem loslaat).

Helemaal rechts heb je aansluitingen voor de koptelefoon evenals een stereomicrofoon.
Dit zijn (zoals op vrijwel elk HiFi apparaat) 6.3mm Jack aansluitingen. Het komt dus regelmatig voor dat je een verloopstuk nodig hebt van 6.3mm naar het bekende 3.5mm Jack.

We pakken nu even een ander cassettedeck (Pioneer CT-F1000), dit is een 'High End' model en heeft dus ook een hoop extra functies die menig andere decks niet hebben.

We kijken hier naar de 'tikkenteller' een functie die je vaak terugziet op allerlei tape gerelateerde apparaten, het interessante hier is dat de teller is uitgebreid met een geheugen van waaruit je kunt kiezen vanaf welk punt je bandje stoppen moet of juist moet beginnen met afspelen. Vaak gaat deze functie samen met een timer-unit. Zo kun je instellen vanaf welk moment op de dag je tapedeck iets opnemen moet. Handig als je een opname van de radio wilt maken wanneer je zelf niet thuis bent.

De gebruikelijke tikkenteller telt overigens in I.P.S. dit is voluit: Inch Per Second, oftewel de afstand die je tape aflegt in inch per seconde. Niet de ideale manier van aflezen als je het mij vraagt, maar beter dan niets. Er zijn uitzonderlijke gevallen waarop een tikkenteller telt in tijd. Indien je een digitale (LCD of 7-segmenten display) tikkenteller hebt kun je vaak schakelen tussen IPS of Tijdweergave.

Een heel handige (en vrij zeldzame) optie op dit deck is de Pitch Control. Hiermee kun je de snelheid van je af te spelen bandje heel fijn instellen. In de handleiding van het apparaat wordt ook verteld dat deze optie er is om bandjes af te spelen die op een ander apparaat zijn opgenomen, het kan namelijk voorkomen dat een deck net iets sneller speelt dan de andere. Deze snelheidsregeling beperkt zich tot enkele procenten (-3% tot +3%).

De laatste optie die we bekijken is er eentje die je eigenlijk snel weer vergeten mag...

Dit deck heeft een mogelijkheid tot het maken van een testsignaal van 400Hz.
Als je dit signaal met een bandje opneemt kun je bij het afspelen terugluisteren naar eventuele verschillen in tonen. Niet elk deck loopt perfect, als je een bandje gebruikt dat één specifieke toon afspeelt hoor je deze verschillen. Zo kun je via, via bepalen of een deck afgesteld moet worden of niet. Het verschil in toon wordt ook wel Wow en Flutter genoemd.

Reden dat ik aangeef dat je deze functie vergeten kan is omdat dit een wel heel luxe optie is,
Je kunt immers ook testbandjes kopen waar dit signaal al op staat. Verder gebruik je deze functie wellicht één keer bij het instellen van je deck om er daarna nooit meer aan te zitten.

Tot slot moet dit deck echt optimaal werken wil je deze functie goed kunnen gebruiken, als dit deck al niet goed loopt zal het testsignaal ook nooit goed worden opgenomen, je weet dus nadien nog steeds niet of het verschil in toonhoogte komt door een slechte werking van een ander deck of het deck waarop je het signaal hebt opgenomen...

Menig andere cassettedecks hebben weer functies die ik hier niet genoemd heb. Een hoofdregel die geldt is, des te duurder en nieuwer je deck des te meer functies er zijn.

De meeste goedkope decks beperken zich tot de bediening van het bandje met soms een optie voor volumeregeling als je een draagbaar apparaat gebruikt.